Zitten we in een AI-bubbel? Dit maakt 2025 anders dan de internetzeepbel van eind jaren 90
Zitten we in een AI-bubbel? Dit maakt 2025 anders dan de internetzeepbel van eind jaren 90
Home/Gegevensbronnen/Blogs/Zitten we in een AI-bubbel? Dit maakt 2025 anders dan de internetzeepbel van eind jaren 90

Zitten we in een AI-bubbel? Dit maakt 2025 anders dan de internetzeepbel van eind jaren 90

notion image
In november plaatste topman Sam Altman van OpenAI een bericht op X: ‘We hebben geen overheidsgaranties voor OpenAI-datacenters en willen die ook niet. Belastingbetalers moeten geen bedrijven redden die slechte zakelijke beslissingen nemen.’
Een dag eerder had de financieel directeur van OpenAI juist gesuggereerd dat het bedrijf wel leninggaranties van de overheid zou moeten krijgen. En uit gelekte documenten bleek dat OpenAI al om federale steun had gevraagd voor zijn volgende golf aan datacenters en chipfabrieken.
Publiek roepen dat je het zelf wel kan en achter de schermen lobbyen voor hulp. Het deed een bekende vraag herleven: is dit een teken van een AI-bubbel? Of is het slechts een tijdelijke financiële hobbel?
In dit artikel geef ik mijn visie op deze kwestie. Want er zijn goede redenen waarom dit op een bubbel lijkt. De sleutel ligt in de manier waarop techreuzen elkaar opwaarderen.

Kringloop van investeringen

notion image
De grafiek van Bloomberg laat goed zien hoe de cirkel in elkaar zit. Het werkt zo: 
  • Microsoft investeert in OpenAI, waarna OpenAI enorme hoeveelheden rekenkracht inkoopt bij Microsofts cloudplatform Azure.
  • Nvidia investeert in OpenAI, waarna OpenAI grote volumes aan grafische chips koopt van Nvidia.
  • Oracle sluit grote clouddeals, waarna Oracle miljarden aan Nvidia-chips koopt.
  • AMD verkoopt grafische chips aan OpenAI en biedt aandelenopties aan.
Dit is geen normale markt. Investeerders steken geld in een AI-lab, dat lab besteedt het bij diezelfde investeerders, waardoor hun omzet stijgt. Dat leidt tot hogere waarderingen en trekt weer nieuw kapitaal aan. Kortom: het is een kringloop die zichzelf voedt en versterkt.
Daarom spreken velen van een AI-bubbel: de waarde ontstaat doordat partijen bij elkaar kopen, niet doordat klanten ervoor betalen of de bedrijven gezonde winstmarges draaien.

De fysieke grens

Waarom Altmans ontkenning ertoe doet: het wijst op de échte barrière die eraan komt. Namelijk de fysieke wereld. Er is te weinig datacenterruimte, en niet genoeg stroom en koeling. Er is een tekort aan chips en te weinig tijd om alles te bouwen. Laat staan op een duurzame manier.
Kortom: de infrastructuur kan de exploderende vraag naar rekenkracht niet bijbenen. Dat betekent dat de kosten niet snel genoeg dalen om de astronomische waarderingen van AI-bedrijven te rechtvaardigen. Het verzoek om overheidssteun van OpenAI is wat dat betreft een waarschuwing: de financiële machine draait sneller dan de fysieke wereld aankan.

De keerzijde: AI werkt echt

Maar er is ook een andere kant. Veel economen en mensen uit de techwereld wijzen erop dat AI wél een échte innovatie is, ook al is de markt nu oververhit. De technologie werkt. Economen vergelijken generatieve AI met elektriciteit of het internet, technologieën die de hele samenleving hebben veranderd.
Uit grote onderzoeken blijkt dat medewerkers meer dan 15 procent productiever worden. En bedrijven betalen er al voor: AI-tools worden ingezet bij hr, juridische afdelingen, softwareontwikkeling, verkoop en klantenservice. 
Kijk naar snelgroeiende bedrijven als Lovable en Cursor. Vibe-coding – software maken met AI – is het nieuwe normaal. Je kunt je er beter op instellen dan ertegen vechten.
Dit is niet de internetbubbel van 1999. AI heeft nu al klanten die betalen en resultaten die meetbaar zijn.

Echo’s van de dotcombubbel

Wel zijn er duidelijke overeenkomsten met de situatie eind jaren negentig. Investeerders pompen geld in bedrijven die verlies draaien, in de hoop dat ze later de markt domineren.
Bedrijven worden meer waard zodra ze AI in hun naam of pitchdeck stoppen, ook al stelt hun product weinig voor. En er worden massaal datacenters en chipfabrieken gepland, net zoals er voor 2000 veel te veel glasvezelnetwerken werden aangelegd. 
Kortom: de stemming in de markten en sommige cijfers lijken verdacht veel op de dotcombubbel.

Het cruciale onderscheid

Maar er zijn ook belangrijke verschillen. Tijdens de dotcombubbel hadden veel bedrijven geen idee hoe ze ooit geld zouden verdienen. Ze richtten zich op websitebezoekers tellen in plaats van omzet maken. De technologie was splinternieuw en onbewezen, en gewone mensen gebruikten het nauwelijks. Vaste klanten of bewijs dat het op lange termijn werkte? Daar was geen sprake van.
Nu is dat anders. Bedrijven betalen maandelijks voor AI-diensten. De technologie werkt aantoonbaar in de praktijk en levert meetbare resultaten op. Medewerkers worden er echt productiever van. Bedrijven bouwen AI in hun belangrijkste processen in en besparen daarmee kosten of verhogen hun omzet. En er is een duidelijk pad naar winstgevendheid voor veel AI-applicaties.

Drie ontwikkelingen

Dus wat kunnen we de komende jaren verwachten? Ten eerste blijven er straks maar weinig bedrijven over die de grote AI-modellen maken. Het trainen van zo’n model kost bakken geld, dus alleen de allergrootsten overleven. Die bedrijven gaan alles in eigen hand nemen: de cloud, het model én de diensten eromheen. Dat betekent meer afhankelijkheid voor klanten.
Ten tweede: de winst zit bij de apps. Bedrijven die applicaties bouwen kunnen makkelijker switchen tussen AI-modellen, hun kosten in de hand houden en geld verdienen met concrete toepassingen.
Dat gebeurt nu al. Cursor groeit hard door ontwikkelaars te helpen met programmeren. Lovable heeft duizenden gebruikers die software maken door simpelweg te typen wat ze willen. De bedrijven achter de grote modellen verbranden miljarden, maar app-bouwers kunnen efficiënt én winstgevend blijven.
Tot slot wordt infrastructuur het echte strijdtoneel. Wie genoeg rekenkracht, energie en chips heeft, wint. Wie dat niet heeft, loopt vast. Verwacht dat kosten langzamer dalen en dat er meer druk komt om zuinig met resources om te gaan, in plaats van alleen maar nieuwe functies toe te voegen.

Wel of geen bubbel?

Laten we dit debat beslechten. Is er sprake van een AI-bubbel? Ja, als je kijkt naar waarderingen. Sommige bedrijven zullen failliet gaan en sommige investeerders zullen veel geld verliezen. Het financiële vliegwiel draait op volle toeren, maar gebrek aan energie, chips en tijd gooit roet in het eten.
Het antwoord is ‘nee’ als je kijkt naar de technologie en wat die oplevert. AI zorgt voor productiviteitswinst, heeft echte klanten en levert reële waarde op de lange termijn. Net als bij de dotcomcrisis zullen de zwakke bedrijven het onderspit delven, terwijl sterke spelers de technologie die nu wordt neergezet gebruiken als springplank.
Uiteindelijk komt het hierop neer: een correctie doet pijn op de balans, maar AI-kennis, data en infrastructuur blijven bestaan. En daar bouwt de volgende generatie bedrijven op voort. Dus is AI een bubbel? Als je het mij vraagt niet.

Meer van Mustafa Torun:

Share